De goddelijke komedie

De goddelijke komedie voorzijde
De goddelijke komedie achterzijde
  • De goddelijke komedie voorkant
  • De goddelijke komedie achterkant

De Florentijnse dichter Dante Alighieri (1265-1321) beschrijft in De goddelijke komedie zijn allegorische afdaling in de Hel, zijn beklimming van de Louteringsberg en zijn tocht door de wereld van planeten en sterren op zoek naar de eeuwige zaligheid. Een verslag waarin de lezer wordt uitgenodigd om met hem, met Vergilius, symbool voor de menselijke Rede, met Beatrice, symbool voor de Theologie en – tegen het einde van zijn reis, wanneer menselijke kennis en theologie niet meer afdoende zijn – met Bernardus van Clairvaux, symbool voor de mystieke kennis, deze reis te maken. Zijn avontuur, begonnen in een midlife crisis van deels politieke aard, begint niet erg opwekkend. Hij moet de zonden van de mens en de eindeloze bestraffing ervan onder ogen zien, tot in het diepst van de Hel waar Satan wordt gestraft. Tijdens het tweede deel van zijn tocht bestijgt hij de Louteringsberg, rijk van bezinning en loutering, zang en genade, en bereikt, nadat hij door het zuiverend vuur, het Vagevuur, is gegaan, het Aards Paradijs, waar alles wat in zijn leven negatief geweest is in vergetelheid geraakt. Vandaar stijgt hij, zonder Vergilius, op naar de Hemel om zijn Schepper te aanschouwen. De goddelijke komedie, suggestief gebracht in zowel verbijsterende als vredige maar altijd aangrijpende beelden, is een zedenleer die felle kritiek niet schroomt. Een persoonlijk verhaal waarin de dichter met de meest sublieme poëzie de medemens uiteindelijk ertoe wil brengen in de harmonie tussen hemel en aarde mee te draaien. De goddelijke komedie – geen komedie in hedendaagse zin – wordt niet alleen als het belangrijkste werk uit de Italiaanse literatuur beschouwd maar ook als een van de pijlers waarop de Europese literaire traditie is gebouwd. Dante schreef dit werk nadat hij in 1301 uit de stad verbannen was, zijn bezittingen verbeurd waren verklaard en hij in 1302 ter dood veroordeeld was, na een politieke omwenteling die ook hem als voormalig bestuurder van Florence had getroffen. Tijdens zijn verbanning genoot hij de gastvrijheid van meerdere heersers van vrije steden. Op – wellicht – 14 september 1321 overleed hij aan het hof van de Da Polenta in Ravenna. Om zijn werk toegankelijker te maken, niet in de laatste plaats ook voor de vrouwelijke elite in zijn wereld, schreef hij het in het Toscaans, dat hij daardoor verhief tot de wieg van de Italiaanse taal. Het belang van dit werk voor de literatuur in het algemeen blijkt alleen al uit het feit dat zijn exegese tot op vandaag volop bloeit, uit de vele referenties eraan in de kunsten en uit het feit dat het vele malen in vele talen werd vertaald. De vertaler Herman Jansen (1940) studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en aan de Wilhelmsuniversität te Münster (Westfalen) en was van 1972 tot 2008 advocaat in Den Haag. Naast De goddelijke komedie schreef Dante nog enkele andere (onvoltooide) werken in de volkstaal, het Toscaans van zijn dagen, zoals La Vita Nuova, een gedichtencyclus met toelichting in proza, waarin hij zijn jeugdliefde Beatrice Portinari na haar overlijden op jeugdige leeftijd (19 jaar) idealiserend bezingt, en Convivio, een encyclopedisch filosofisch werk. Daarnaast schreef hij Le Rime, een reeks lyrische gedichten. Van zijn in het Latijn geschreven werken zijn de belangrijkste De vulgari eloquentia, een verhandeling over het belang van de volkstaal, en Monarchia, waarin de macht van de keizer en de macht van de Kerk gelijkwaardig naast elkaar worden gezet en waarin hij het door de Kerk over de Staat gepretendeerde primaat afwijst.

Specificaties
ISBN/EAN 9789086842506
Auteur Dante Alighieri
Uitgever BoekWerkUtrecht
Taal Nederlands
Uitvoering Gebonden in harde band
Pagina's
Lengte 248.0 mm
Breedte 174.0 mm

Wat vinden anderen?

Er zijn nog geen reviews van dit product.